Heb ik recht op vakantie als ik werk?
Vakantiedienstjaar en vakantiejaar
Je hebt recht op een aantal vakantiedagen en op vakantiegeld. De berekening gebeurt op basis van je werk het jaar voordien, het ‘vakantiedienstjaar’. Werk je bv. in 2022 heel het jaar, dan krijg je in 2023, het ‘vakantiejaar’ vier weken vakantie en het volledige vakantiegeld.
Jeugdvakantie
Je hebt recht op jeugdvakantie als je het jaar nadat je afstudeert, in de privésector werkt en al je gewone vakantiedagen al hebt opgenomen.
Voorwaarde is dat je nog geen 25 was op 31 december van het jaar waarin je afstudeerde en minstens één maand, minimaal 13 dagen in de privé hebt gewerkt bij één of meerdere werkgevers.
Je studentenjob met verminderde bijdragen sociale zekerheid telt niet mee.
Als je na een deeltijdse job tijdens je alternerende opleiding of deeltijds onderwijs, in hetzelfde jaar minstens één maand werkt als loontrekkende, telt dit wel mee.
Hoeveel jeugdvakantiedagen krijg ik?
Je hebt recht op maximum vier weken jeugdvakantie of 24 dagen in een zes-dagenweek, 20 dagen in een vijfdagenweek.
Je krijgt van de RVA een jeugdvakantie-uitkering van 65% van het gemiddeld dagloon, dat je verdiende net voor je eerste jeugdvakantiedag. In 2023, max € 68,80/dag na inhouding van 10,09% fiscale voorheffing.
In sommige sectoren is er een extra financiële tussenkomst van het Fonds voor bestaanszekerheid. Informeer bij je vakbondsafgevaardigde of beroepscentrale.
Hoe vraag ik de jeugdvakantie-uitkering aan?
- Je vraagt bij de ABVV-werkloosheidsdienst het formulier C103-jeugdvakantie-werknemer. Je vindt het ook op RVA-Formulieren-Attesten.
- Na je vakantie bezorg je het formulier aan het ABVV dat voor de uitbetaling zorgt.
- Voor elke maand waarin je jeugdvakantie neemt, geeft jewerkgeverelektronisch het aantal uren aan dat je opneemt.
De jeugdvakantie is een recht, de werkgever kan ze niet verbieden. Je bent niet verplicht al je dagen op te nemen. Je kiest ze in overleg met je werkgever.
Wil je al betaalde vakantiedagen opnemen in het jaar dat je afstudeert? Via het ‘Europees verlof’, ook ‘aanvullende vakantie’ genoemd, kan je al in je eerste werkjaar vakantie opnemen. Je neemt dan eigenlijk een voorschot op je dubbel vakantiegeld van het jaar daarna.
Wat is Europees verlof/aanvullende vakantie?
In België kan je je opgebouwde vakantie pas nemen in het jaar na de geleverde prestaties. De Europese arbeidstijdenrichtlijn stelt wel dat een werknemer elk jaar recht moet hebben op minstens vier weken betaalde vakantie, ook wie geen volledig jaar heeft gewerkt.
Daarom werkte België het systeem van Europese of aanvullende vakantie uit: wanneer je het werk aanvat of hervat krijg je in het werkjaar zelf, per periode van drie maanden, een week aanvullende vakantie.
Wanneer heb ik recht op Europees verlof/aanvullende vakantie?
Er zijn 3 voorwaarden
1. Je start met werken of je hervat je werk.
- Je studeert af en vindt werk
- Je bent volledig werkloos en gaat terug werken
- Je werkt deeltijds en begint voltijds te werken
- Je bent zelfstandige en wordt loontrekkende
- Je stapt over van de openbare naar de privésector
- Je gaat terug werken na voltijds ouderschapsverlof of tijdskrediet
2. Je werkt minstens drie maanden in de twaalf maanden na de startvan je job of werkhervatting.
Deze drie maanden moeten in één en hetzelfde kalenderjaar vallen. Je kan ze presteren bij meerdere werkgevers en je moet niet noodzakelijk voltijds werken.
3. Je ‘gewone’ vakantie is uitgeput.
Hoe vraag ik Europees verlof/aanvullende vakantie aan?
Als bediende kan je mondeling of schriftelijk aanvullende vakantie aanvragen bij je werkgever.
Ben je een arbeider of niet-zelfstandige kunstenaar? Download het aanvraagformulier voor aanvullende vakantie, vul het in, laat een deel invullen door je werkgever en bezorg het aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie.