Jeugdvakantie

Wat is jeugdvakantie?

Als werknemer heb je recht op een aantal vakantiedagen en vakantiegeld. Die berekening wordt gemaakt op basis van je tewerkstelling in het jaar voordien. Werkte je bijvoorbeeld 2023 het gehele jaar, dan krijg je in 2024 4 weken betaalde vakantie. Volgens dit systeem zouden schoolverlaters het jaar na hun afstuderen slechts recht hebben op een beperkt aantal vakantiedagen en bijbehorend vakantiegeld.

Je studeerde immers tot eind juni en kon in het beste geval pas in juli aan de slag. Om dit probleem op te lossen kan je als schoolverlater recht hebben op ‘jeugdvakantie’.

VOOR WIE IS DE JEUGDVAKANTIE?

• Je was nog geen 25 jaar op 31 december van het vorige jaar. • Je hebt je studies beëindigd of stopgezet in de loop van 2023. • Je hebt in de loop van 2023, na de beëindiging van je studies, in de privésector gewerkt. Je was in totaal ten minste één maand onder contract (bij één of meerdere werkgevers), en werkte minstens 13 arbeidsdagen.

Een tewerkstelling als jobstudent met solidariteitsbijdrage telt niet mee. Ook als je gewerkt hebt met de vakantieregeling ‘openbare dienst’ of met een uitgestelde bezoldiging (onderwijs) mag je deze dagen niet mee rekenen.

• Je bent in dienst bij een werkgever in de privésector of je hebt een contract bij een lokaal bestuur waar de vakantieregeling ‘privésector’ van toepassing is.

Ben je pas afgestudeerd als leerkracht (schoolverlater) en geef je voor de eerste maal les, dan heb je in bepaalde gevallen recht op aanvullend vakantiegeld. Je moet dat zelf aanvragen via het schoolsecretariaat. Ook voor de openbare sector gelden andere regels. Wil je al betaalde vakantiedagen opnemen in het jaar dat je bent afgestudeerd? Er bestaat ook een systeem om in je eerste werkjaar al vakantie te kunnen opnemen via het ‘Europees Verlof’.

HOEVEEL JEUGDVAKANTIE MAG JE OPNEMEN?

Je hebt natuurlijk recht op het gewone vakantiegeld en de gewone vakantiedagen, berekend op het aantal gewerkte dagen in het jaar dat je je studies hebt beëindigd. Daarnaast heb je recht op een aantal bijkomende vakantiedagen met een jeugdvakantie-uitkering, betaald door de RVA. Je hebt alles samen recht op maximum 4 weken (24 dagen in een 6-dagenweek en 20 dagen in een 5-dagenweek). De uitkering bedraagt 65% van het gemiddelde dagloon dat je verdient juist voor je eerste opgenomen jeugdvakantiedag. Dit bedrag krijg je dan ook voor alle andere jeugdvakantiedagen die je nog opneemt. Maar let op, er bestaat ook een loongrens. Er wordt geen rekening gehouden met het loon dat je verdient boven de vastgelegde loongrens van 2.297,90 euro bruto per maand (*).

Van deze vergoeding gaat een fiscale voorheffing af van 10,09%. Je kan je jeugdvakantiedagen opnemen het jaar nadat je bent afgestudeerd, maar enkel als je al je gewone vakantiedagen hebt opgenomen. Jeugdvakantie is een recht, je werkgever mag niet weigeren.

(*) In sommige sectoren bestaat er een extra financiële tussenkomst door het fonds voor bestaanszekerheid, overeengekomen in de CAO (collectieve arbeidsovereenkomst). Informeer hiervoor zeker bij je vakbondsafgevaardigde of bij je beroepscentrale.

HOE VRAAG JE DE JEUGDVAKANTIE AAN?

  • Je vraagt bij de werkloosheidsdienst van het ABVV het formulier C103- jeugdvakantie-werknemer of je print het af van de RVA site (www.rva.be).
  • Je werkgever doet een elektronische aangifte. De print die je hiervan ontvangt hoef je niet bij je aanvraag te steken.
  • Na je vakantie bezorg je het formulier aan het ABVV dat voor de uitbetaling zorgt
  • Voor elke maand waarin je jeugdvakantie neemt doet je werkgever elektronisch aangifte van het aantal uren dat je opneemt. Je krijgt telkens een print die je niet hoeft in te dienen.

HEB JE RECHT ALS JE EEN ALTERNERENDE OF DEELTIJDSE OPLEIDING VOLGT?

Als je een alternerende opleiding volgt, heb je tijdens je opleiding wel recht op gewone betaalde vakantie (afhankelijk van hoeveel maanden opleiding je hebt gevolgd het jaar voordien) maar geen recht op jeugdvakantie. Je hebt alleen recht op jeugdvakantie het jaar nadien als je na je opleiding in hetzelfde jaar ten minste een maand werkte als loontrekkende.

Hetzelfde geldt voor als je in het kader van deeltijdse leerplicht deeltijds onderwijs volgt of als je na je 18e je studies verder zet en daarnaast deeltijdse arbeid verricht. Je hebt tijdens je periode van deeltijdse arbeid wel recht op gewone betaalde dagen als je het jaar daarvoor voldoende hebt gewerkt, maar geen recht op jeugdvakantie. Je hebt pas recht hierop als je in het jaar waarin je je studie beëindigde ten minste een maand werkte als loontrekkende. De deeltijdse arbeid die je deed tijdens je studie telt dus niet mee voor de tewerkstellingsvereiste.

Het jaar na jeugdvakantie?

Je jeugdvakantie heeft geen invloed op je vakantie in het volgende jaar. Je zal niet meer of minder vakantie kunnen opnemen omdat je in je vorige werkjaar deze vakantie opnam. Je nieuwe vakantie is afhankelijk van hoeveel dagen je werkte in het vorige jaar, zonder dat je nog dagen van je jeugdvakantie extra krijgt.