Wat gebeurt er als ik een arbeidsongeval heb?

Een arbeidsongeval is een ongeval tijdens en door de uitvoering van je job. Ook ongevallen op de weg van en naar het werk en ongevallen tijdens rust- en eetpauzes tellen mee als arbeidsongeval. Je krijgt je loon nog minstens 30 dagen en een terugbetaling van je geneeskundige, apotheek- en verplegingskosten.

Elke werkgever moet een arbeidsongevallenverzekering hebben en het arbeidsongeval binnen de acht dagen aangeven. De verzekeraar stuurt de aangifte door naar je ziekenfonds.

Doe zelf ook zo snel mogelijk aangifte bij je ziekenfonds. Je krijgt dan ziekte-uitkeringen in afwachting van de beslissing van de verzekeraar. Verzekeringsmaatschappijen kunnen immers het arbeidsongeval weigeren of verder onderzoeken.

Als arbeider heb je recht op gewaarborgd loon vanaf de eerste werkdag. Echter, dit geldt alleen als je al een aantal maanden bij de werkgever in dienst bent. Meestal geldt een anciënniteitsvoorwaarde van één maand. Dit betekent dat je minstens één maand in dienst moet zijn om het gewaarborgd loon te ontvangen als je ziek wordt of een ongeval krijgt. Indien je minder dan één maand in dienst bent, heb je mogelijk slechts recht op een beperkte vergoeding.

Voor Bedienden: Bedienden moeten vaak een langere periode in dienst zijn om aanspraak te maken op gewaarborgd loon. Bij sommige bedrijven geldt een anciënniteitsvoorwaarde van drie maanden. Dit betekent dat je minstens drie maanden in dienst moet zijn bij je werkgever om het recht op gewaarborgd loon volledig te hebben. Er zijn soms uitzonderingen, en in bepaalde sectoren kan dit verschillen.

Voor Interimarissen: Interimarissen hebben meestal een veel kortere of geen anciënniteitsvoorwaarde om gewaarborgd loon te ontvangen. Meestal geldt de anciënniteitsvoorwaarde van één maand. Sommige uitzendkantoren en bedrijven kunnen echter specifieke regelingen hebben afhankelijk van de afspraken en de sectorale CAO’s.

Waarom deze voorwaarde? De anciënniteitsvoorwaarde dient als een bescherming voor de werkgever, zodat werknemers een minimale periode bij het bedrijf werken voordat ze volledige rechten op gewaarborgd loon kunnen uitoefenen.

Check sectorale regels Bepaalde sectoren hebben afwijkende regels, dus het is altijd goed om dit na te vragen bij je vakbond of HR-afdeling, want er kunnen sectorale CAO’s van toepassing zijn die deze anciënniteitsvoorwaarde anders regelen.

Samenvattend: De anciënniteitsvoorwaarde verschilt per functie (arbeider, bediende, interimaris) en legt vast hoelang je in dienst moet zijn om recht te hebben op gewaarborgd loon bij ziekte of ongeval.

Ben je minder dan 14 kalenderdagen afwezig, dan heb je als arbeider recht op je volledig loon (als je tenminste meer dan een maand voor de onderneming werkt).

Arbeiders met minimum 1 maand dienst bij de onderneming hebben recht op gewaarborgd loon betaald door de werkgever: 

• 100% in de eerste 7 dagen ziekte 

• 85,88% in de volgende 7 dagen 

• 25,88% vanaf de 15e dag + 60% betaald door het RIZIV. Deze uitkering is wel beperkt tot een maximum en wordt berekend in een zesdagenweek.

Bedienden hebben recht op hun normale nettoloon de eerste 30 kalenderdagen van hun ziekte. Vanaf dan ontvangen ook zij een vergoeding van het ziekenfonds van 60 % van het brutoloon (beperkt tot een maximum en berekend in een zesdagenweek). Voor bedienden met een tijdelijk contract (of bedienden die zich in hun proeftijd bevinden) geldt hetzelfde systeem als bij arbeiders.